De prevalentie van Trichomonas vaginalis (TV) is laag in Europa en er wordt zelden op getest door de soa poliklinieken in Nederland. Wij hebben alle patiƫnten routinematig getest op alle lichaamslocaties. Ons doel is om de trends, de prevalentie onder sleutelpopulaties en op verschillende lichaamslocaties in kaart te brengen, alsmede de voorspellers van positief testen op TV. Met dit onderzoek kan het testbeleid verder aangescherpt worden, indien nodig.
Een retrospectieve cross-sectionele onderzoeksdesign met soa polikliniek data tussen 2014 en 2022 is gebruikt. Met behulp van beschrijvende analyses zijn de trends en TV vindpercentages berekend. Met multivariable regressie analyse zijn de voorspellers van positief testen op TV berekend. Hiervoor zijn socio-demografische en gedragsvariabelen gebruikt.
Totaal zijn er 37,577 consulten gedaan, waarbij er werd getest op TV; waaronder 16,075 vrouwen en 21,502 onder mannen. In totaal was 0.9% van de vrouwen TV positief (145/16,075) en 0.3% (54/21,502) van de mannen. Vrouwen met een Nederlands Antilliaanse migratieachtergrond hadden het hoogste vindpercentage met 5.2% (11/212). In de keel was de TV positiviteit het laagste (0.1%), gevolgd door anorectaal (0.2%) en urogenitaal (0.5%).
De volgende voorspellers voor het positief testen op TV waren significant bij mannen: ouder zijn (≥40 jaar, OR=5.1), een Surinaamse (OR=6.8) of Nederlands Antilliaanse (OR=7.4) migratieachtergrond hebben en positief testen op gonorroe (OR=2.1). Voor vrouwen waren de volgende voorspellers significant: ouder zijn (≥40 jaar, OR=3.3), een Oost Europese (OR=3.1), West Europese (OR=2.2), Nederlands Antilliaanse (OR=7.8) of Midden- en Zuid-Afrikaanse (OR=4.0) migratieachtergrond hebben, symptomen hebben van een soa (OR=2.6) en positief testen op gonorroe (OR=2.6).
Gebaseerd op onze resultaten na 9 jaar lang screenen op TV in onze soa polikliniek, is routinematig screenen op TV niet nodig. Het testen van patiƫnten, met name vrouwen, is alleen nodig indien er symptomen zijn en kan overwogen worden bij personen met een Oost Europese, Nederlands Antilliaanse of Midden- en Zuid-Afrikaanse migratieachtergrond.
Resultaten:
https://sti.bmj.com/content/early/2025/11/10/sextrans-2025-056676.long
Betrokken medewerkers
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Karlijn Kampman, arts Maatschappij en gezondheid GGD Twente, Femke Koedijk, epidemioloog GGD Twente, Froukje Bosma, arts microbioloog Lab MicTA, Jeannine Hautvast, arts Maatschappij en gezondheid en senior onderzoeker bij GGD Gelderland Zuid en AMPHI en Christian Hoebe, professor sociale geneeskunde en infectieziektebestrijding bij Mosa en GGD Zuid Limburg. Het onderzoek wordt vanuit AMPHI begeleid door Jeannine Hautvast.