Het onderzoek "Infectiepreventie in dagvoorzieningen voor mensen met een verstandelijke beperking" richt zich op de kennis, praktijkervaringen en behoeften van medewerkers binnen deze zorgsettingen. Infectieziekte-uitbraken kunnen grote impact hebben op zowel cliënten als medewerkers, zoals duidelijk werd in een casus met een norovirusuitbraak in een woonvoorziening in 2017. Ondanks het belang van infectiepreventie blijkt dat veel medewerkers en zorginstellingen onvoldoende kennis en bewustzijn hebben over de noodzakelijke maatregelen, wat de effectiviteit van hun preventiepraktijken belemmert.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) constateerde in 2021 dat de helft van de zorgaanbieders niet op de hoogte was van de meldplicht bij infectieziekten, en eerdere onderzoeken, zoals die van GGD Hart van Brabant, benadrukken dat zorgboerderijen vaak aangeven dat hun hygiënemaatregelen op orde zijn, terwijl dit na verdere inspectie niet altijd het geval blijkt te zijn.
In het huidige onderzoek werden focusgroepen en duo-interviews gehouden met beleidsmedewerkers en medewerkers van de werkvloer in verstandelijk gehandicaptenzorg. Uit de gesprekken blijkt dat de kennis over infectiepreventie bij beleidsmedewerkers wisselend is, en dat alleen medewerkers met een verpleegkundige achtergrond tijdens hun opleiding iets hebben geleerd over infectiepreventie. Veel andere medewerkers, zoals sociaalpedagogische hulpverleners, hebben hier geen formele scholing in gehad.
De coronapandemie heeft gezorgd voor meer alertheid en kennis op het gebied van infectiepreventie, maar tegelijkertijd ook voor weerstand tegen de maatregelen. Zo zijn medewerkers minder strikt in het naleven van hygiëneregels, en ervaren ze hoge werkdruk en personeelstekorten als knelpunten bij het adequaat opvolgen van infectiepreventieprotocollen.
De medewerkers signaleren infectieziekten voornamelijk door observatie en meldingen vanuit de woonvoorzieningen. Het opvolgen van protocollen gebeurt wisselend en wordt vaak pas in gang gezet wanneer een diagnose is gesteld, wat leidt tot vertraagde maatregelen. Er is een duidelijke behoefte aan meer scholing en bewustwording op het gebied van infectiepreventie, en de samenwerking tussen dagvoorzieningen en woonzorgvoorzieningen moet beter worden afgestemd.
Uit de conclusies zijn de volgende aanbevelingen naar voren gekomen: zicht op het verbeteren van bewustwording, scholing en het naleven van hygiëneprotocollen, evenals het versterken van de samenwerking tussen verschillende zorginstellingen en netwerken zoals het ABR Zorgnetwerk en de GGD.
Betrokken medewerkers
Dit onderzoek werd uitgevoerd door Eveline Drenthen, GGD IJsselland. Het onderzoek werd vanuit AMPHI begeleid door Jeannine Hautvast en Julie Swillens. Het onderzoek wordt mede mogelijk gemaakt door financiële steun van RIVM regio gelden.