Er worden zorgelijke ontwikkelingen over de seksuele gezondheid van jongeren en jongvolwassenen gesignaleerd, zoals een afname in anticonceptiegebruik en stijging van soa’s en seksueel grensoverschrijdend gedrag.
De huidige aanpak van seksuele gezondheid en seksuele vorming voor jongeren in Nederland is met name vanuit een risk-based benadering en richt zich vooral op preventie en behandeling van de negatieve aspecten van seksualiteit (zoals soa’s en ongewenste zwangerschappen). Een andere veelbelovende benadering is een sekspositieve benadering (SPB) waarbij risico’s en negatieve aspecten van seksualiteit worden erkend, maar waarbij meer ruimte wordt gegeven aan de positieve kanten en de diversiteit en veelzijdigheid van seksualiteit en relaties. Bij de SPB ligt het accent op wederzijds seksueel plezier en consent, waardoor de seksuele autonomie wordt versterkt en mensen beter in staat zijn hun wensen en grenzen aan te geven. Uit onderzoek blijkt dat programma’s die aandacht besteden aan seksueel plezier, condoomgebruik doen toenemen en de kennis en houding ten aanzien van seks verbeteren. Om deze redenen is de SPB momenteel een actueel thema binnen de seksuele gezondheidszorg. Expertisecentra zoals Soa Aids Nederland en Rutgers, roepen organisaties op tot het meer inzetten van de SPB binnen de seksuele gezondheidszorg, waaronder de GGD. Echter, vertaling van dit beleid naar de GGD praktijk staat nog in de kinderschoenen en concrete richtlijnen bestaan nog niet.
Hierbij is het betrekken van de doelgroep om wie het gaat (in dit geval jongvolwassenen) onmisbaar en essentieel voor succesvolle en effectieve implementatie van beleid. Er is nog weinig bekend over de visie van jongvolwassenen op de SPB. Daarbij is het onbekend hoe jongvolwassenen de huidige benadering van het consult ervaren, of een SPB terug te vinden is in het consult en welke behoeften zij hebben met betrekking tot de SPB bij het CSG-consult van de GGD. Ondanks dat de SPB zowel landelijk, regionaal als lokaal verwerkt is in verschillende beleidsvisies, zijn jongvolwassenen hier nog niet in meegenomen en is er nog geen onderzoek verricht naar de SPB binnen het CSG van de GGD.
Het doel van het onderzoek is daarom inzicht krijgen in de visie van jongvolwassenen (18 tot 25 jaar) op de SPB, hoe zij de huidige benadering en positieve gerichtheid van het consult bij de GGD ervaren en welke behoeften zij hebben met betrekking tot de vormgeving van de SPB binnen dit consult. De resultaten kunnen een basis vormen voor aanbevelingen van jongvolwassenen voor het verbeteren van het consult bij de GGD of vervolgonderzoek, gericht op de SPB.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Stephanie Vos, arts Infectieziektebestrijding, in opleiding tot arts Maatschappij + Gezondheid, GGD Gelderland-Midden & AMPHI als onderdeel van haar 2e fase M+G opleiding. Het onderzoek wordt vanuit AMPHI begeleid door dr. Tessa van Loenen en dr. Suzanne Smit, afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc.